Landen in Noord-Afrika
Hoeveel landen in Noord-Afrika
Noord-Afrika, gelegen in het noorden van Afrika, bestaat uit 7 landen. Hier is een alfabetische lijst van alle landen in Noord-Afrika: Algerije, Egypte, Libië, Marokko, Soedan, Zuid-Soedan en Tunesië.
1. Algerije
Algerije is een land in Noord-Afrika en aan de oppervlakte het grootste land van Afrika en grenst aan Tunesië, Libië, Niger, Mali, Marokko en Mauritanië. De hoofdstad van Algerije heet Algiers en de officiële taal is Arabisch.
|
2. Egypte
Egypte is een republiek in het oosten van Noord-Afrika aan de Middellandse Zee en de Rode Zee. Egypte grenst in het noorden aan de Middellandse Zee, in het noordoosten aan de Gazastrook en Israël, in het oosten aan de Rode Zee, in het zuiden aan Soedan en in het westen aan Libië. Ongeveer 80% van de Egyptische inwoners woont in de buurt van de grote rivier de Nijl.
|
3. Libië
Libië, formeel De staat Libië is een staat in Noord-Afrika. Libië ligt tussen Egypte in het oosten, Soedan in het zuidoosten, Tsjaad en Niger in het zuiden, Algerije en Tunesië in het westen en de Middellandse Zee in het noorden met het eiland Malta als het dichtstbijzijnde land.
|
4. Marokko
Marokko, formeel het Koninkrijk Marokko, is een land in het westen van Noord-Afrika. Het is een van de meest noordelijke landen van Afrika. Het land grenst aan Algerije, de Westelijke Sahara, Spanje en de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.
|
5. Soedan
Soedan, formeel de Republiek Soedan, ook wel Noord-Soedan genoemd, is een land in Noord-Afrika, dat vaak ook als onderdeel van het Midden-Oosten wordt beschouwd.
|
6. Zuid-Soedan
Zuid-Soedan, formeel de Republiek Zuid-Soedan, is een staat in Oost-Afrika. Zuid-Soedan grenst aan Soedan in het noorden, Oeganda, Kenia en de Democratische Republiek Congo in het zuiden, Ethiopië in het oosten en de Centraal-Afrikaanse Republiek in het westen. Het land werd in 2011 gevormd door een afscheiding uit Soedan.
|
7. Tunesië
Tunesië, formeel de Republiek Tunesië, is een staat in Noord-Afrika, aan de zuidkust van de Middellandse Zee. Het land grenst in het westen aan Algerije en in het zuidoosten aan Libië.
|
Landen in Noord-Afrika naar bevolking en hun hoofdsteden
Zoals hierboven opgemerkt, zijn er zeven onafhankelijke landen in Noord-Afrika. Onder hen is Egypte het grootste land en Libië het kleinste qua bevolking. De volledige lijst van Noord-Afrikaanse landen met hoofdsteden wordt weergegeven in de onderstaande tabel, gerangschikt op basis van de laatste totale bevolking.
Rang | Land | Bevolking | Landoppervlak (km²) | Hoofdstad |
1 | Egypte | 98.839.800 | 995.450 | Cairo |
2 | Algerije | 43.378.027 | 2.381.741 | Algiers |
3 | Soedan | 41.617.956 | 1.861.484 | Juba |
4 | Marokko | 35.053.200 | 446.300 | Rabat |
5 | Tunesië | 11.551.448 | 155.360 | Tunis |
6 | Zuid Soedan | 12.778.239 | 619.745 | Juba |
7 | Libië | 6.777.452 | 1.759.540 | Tripoli |
Kaart van Noord-Afrikaanse landen
Korte geschiedenis van Noord-Afrika
Oude beschavingen
Predynastieke en vroege dynastieke perioden
De geschiedenis van Noord-Afrika is diep verweven met enkele van de vroegst bekende menselijke beschavingen. De beroemdste oude beschaving van de regio is het oude Egypte, dat ontstond langs de rivier de Nijl. De predynastieke periode (ca. 6000-3150 v.Chr.) zag de ontwikkeling van vroege landbouwgemeenschappen en de vorming van politieke structuren. Dit tijdperk culmineerde in de eenwording van Boven- en Beneden-Egypte door koning Narmer, wat het begin markeerde van de vroege dynastieke periode (ca. 3150-2686 v.Chr.).
Oude, Midden- en Nieuwe Koninkrijken
Het Oude Rijk (ca. 2686-2181 v.Chr.) staat bekend om de bouw van de piramides van Gizeh, inclusief de Grote Piramide gebouwd voor farao Khufu. Dit tijdperk werd gekenmerkt door gecentraliseerde macht en monumentale architectuur. Het Middenrijk (ca. 2055-1650 vGT) volgde een periode van instabiliteit en staat bekend om zijn prestaties op het gebied van literatuur, kunst en militaire organisatie.
Het Nieuwe Rijk (ca. 1550-1077 vGT) markeerde het hoogtepunt van Egypte’s macht en welvaart. Farao’s als Hatsjepsoet, Achnaton en Ramses II breidden het rijk uit en startten belangrijke bouwprojecten, waaronder tempels en graven in de Vallei der Koningen. Het verval van het Nieuwe Rijk begon met invasies door de Zeevolken en interne conflicten.
Carthago en de Feniciërs
In het westelijke deel van Noord-Afrika stichtten de Feniciërs rond 814 vGT de stad Carthago (het huidige Tunesië). Carthago groeide uit tot een belangrijke maritieme en commerciële macht, die de handel in de Middellandse Zee domineerde. Het Carthaagse rijk bereikte zijn hoogtepunt onder leiding van generaals als Hannibal, die op beroemde wijze de Alpen overstak om Rome uit te dagen tijdens de Tweede Punische Oorlog (218-201 vGT). Carthago viel echter uiteindelijk in 146 vGT na de Derde Punische Oorlog in handen van Rome, wat leidde tot de oprichting van de Romeinse provincie Afrika.
Romeinse en Byzantijnse periodes
Romeins Noord-Afrika
Na de Punische oorlogen breidde Rome zijn controle over Noord-Afrika uit. De regio werd een cruciaal onderdeel van het Romeinse rijk en stond bekend om zijn landbouwproductie, met name tarwe en olijfolie. Steden als Leptis Magna, Carthago en Alexandrië bloeiden onder de Romeinse heerschappij en dienden als vitale centra van handel, cultuur en kennis.
Byzantijns Noord-Afrika
Na de val van het West-Romeinse Rijk in de 5e eeuw na Christus behield het Byzantijnse Rijk (Oost-Romeinse Rijk) de controle over delen van Noord-Afrika. De Byzantijnse periode zag de voortzetting van de Romeinse culturele en architectonische invloeden, evenals de verspreiding van het christendom. De regio kreeg echter te maken met toenemende druk van Berberstammen en interne conflicten, waardoor de Byzantijnse controle verzwakte.
Islamitische verovering en dynastieën
Vroege islamitische expansie
In de 7e eeuw breidde het islamitische kalifaat zich uit naar Noord-Afrika. De eerste veroveringen begonnen onder de Rashidun-kaliefen en gingen verder onder het Umayyad-kalifaat. Aan het begin van de 8e eeuw was het grootste deel van Noord-Afrika opgenomen in de islamitische wereld. De verspreiding van de islam bracht aanzienlijke culturele, religieuze en taalkundige veranderingen met zich mee, evenals de oprichting van nieuwe steden en handelsnetwerken.
Fatimiden- en Almohad-dynastieën
Het Fatimiden-kalifaat, gesticht door de sjiitische Fatimiden-dynastie in de 10e eeuw, vestigde zijn hoofdstad in Caïro en transformeerde de stad in een belangrijk politiek en cultureel centrum. De Fatimiden regeerden een groot deel van Noord-Afrika, Egypte en de Levant tot de 12e eeuw toen de Ayyubid-dynastie, gesticht door Salah al-Din (Saladin), de controle overnam.
De Almohaden-dynastie, een Berber-Berber-moslimdynastie, ontstond in de 12e eeuw en was afkomstig uit het Atlasgebergte van Marokko. De Almohaden verenigden een groot deel van Noord-Afrika en Spanje onder hun heerschappij, bevorderden een strikte interpretatie van de islam en stimuleerden een periode van intellectuele en culturele bloei. Hun heerschappij begon echter in de 13e eeuw af te nemen, waardoor nieuwe machten in de regio ontstonden.
Ottomaanse tijdperk
Ottomaanse verovering en bestuur
Aan het begin van de 16e eeuw had het Ottomaanse Rijk zijn bereik uitgebreid tot Noord-Afrika. De Ottomanen vestigden de controle over grote gebieden, waaronder het huidige Algerije, Tunesië en Libië. Hun bestuur bracht stabiliteit en integratie in het grotere Ottomaanse handelsnetwerk, dat Europa, Azië en Afrika met elkaar verbond. Ondanks de Ottomaanse heerschappij behielden lokale heersers vaak een aanzienlijke autonomie, vooral in de afgelegen provincies.
Economische en culturele ontwikkelingen
Onder Ottomaanse heerschappij zag Noord-Afrika belangrijke ontwikkelingen op het gebied van handel, landbouw en verstedelijking. Steden als Algiers, Tunis en Tripoli werden bruisende centra van handel en cultuur. De periode was ook getuige van de groei van architecturale en artistieke tradities, waarbij Ottomaanse en lokale Berberse invloeden vermengden. Onderwijsinstellingen, waaronder madrasa’s, speelden een cruciale rol bij het verspreiden van kennis en islamitische wetenschap.
Koloniale periode
Europese kolonisatie
De 19e eeuw markeerde het begin van de Europese kolonisatie in Noord-Afrika. Frankrijk begon in 1830 met de verovering van Algerije, wat leidde tot een langdurig en wreed kolonisatieproces. Tunesië viel in 1881 onder Frans protectoraat, terwijl Italië in 1911 Libië binnenviel en koloniseerde. De Britten, die zich op Egypte concentreerden, vestigden in 1882 formeel een protectoraat over het land, hoewel Egypte onder het Ottomaanse Rijk tot de Eerste Wereldoorlog zijn nominale onafhankelijkheid behield.
Impact van kolonisatie
Het koloniale bewind bracht diepgaande veranderingen met zich mee in Noord-Afrika, waaronder de introductie van nieuwe administratieve systemen, infrastructuur en economische uitbuiting. De koloniale machten concentreerden zich op het winnen van hulpbronnen en het integreren van de regio in mondiale handelsnetwerken, vaak ten koste van de lokale bevolking. Het verzet tegen de koloniale overheersing was wijdverbreid, waarbij opmerkelijke figuren als Abdelkader in Algerije en Omar Mukhtar in Libië belangrijke oppositiebewegingen leidden.
Onafhankelijkheid en moderne tijd
Strijd voor onafhankelijkheid
Halverwege de 20e eeuw trok een golf van onafhankelijkheidsbewegingen door Noord-Afrika. Egypte werd in 1922 formeel onafhankelijk van Groot-Brittannië, hoewel de Britse invloed bleef bestaan tot de revolutie van 1952. Libië werd in 1951 onafhankelijk en werd het koninkrijk Libië. De strijd van Algerije voor onafhankelijkheid van Frankrijk culmineerde in de Algerijnse oorlog (1954-1962), die eindigde met de onafhankelijkheid van Algerije in 1962 na een bruut conflict.
Tunesië en Marokko werden in 1956 ook onafhankelijk van Frankrijk. Het einde van de koloniale overheersing markeerde het begin van een nieuw tijdperk voor de Noord-Afrikaanse landen, gekenmerkt door inspanningen om soevereine staten te vestigen, economieën te ontwikkelen en sociale en politieke uitdagingen aan te pakken.
Uitdagingen na de onafhankelijkheid
De periode na de onafhankelijkheid in Noord-Afrika werd gekenmerkt door zowel vooruitgang als uitdagingen. Naties kregen te maken met problemen als politieke instabiliteit, economische moeilijkheden en sociale onrust. In Egypte bracht de leiding van Gamal Abdel Nasser belangrijke hervormingen en een focus op het pan-Arabisme, maar leidde ook tot conflicten zoals de Suez-crisis van 1956.
Algerije, dat uit een verwoestende oorlog kwam, kreeg te maken met interne conflicten en economische uitdagingen. Libië voerde onder Muammar Gaddafi een beleid van radicaal socialisme en panafrikanisme, wat leidde tot zowel ontwikkelingsinitiatieven als internationaal isolement.
Hedendaagse ontwikkelingen
De afgelopen decennia heeft Noord-Afrika aanzienlijke politieke en sociale transformaties ondergaan. De Arabische Lente van 2011 bracht dramatische veranderingen in de regio met zich mee, die leidden tot de omverwerping van al lang bestaande regimes in Tunesië, Libië en Egypte. Deze opstanden brachten de wijdverbreide vraag naar politieke vrijheid, economische kansen en sociale rechtvaardigheid onder de aandacht.
Tegenwoordig wordt Noord-Afrika nog steeds geconfronteerd met complexe uitdagingen, waaronder economische diversificatie, politieke hervormingen en regionale veiligheid. Inspanningen om de regionale samenwerking te verbeteren, de klimaatverandering aan te pakken en duurzame ontwikkeling te bevorderen staan centraal in de toekomstperspectieven van de regio.